Nanda in Kaapstad

Rocking the Day's in Kaapstad

Of ik ook nog wel eens werk is de vraag die ik naar aanleiding van mijn blogs vaak te horen krijg. Nou en of dat ik mij hier het zweet uit de mouwen ploeter. Van maandag tot vrijdag gaat om 07.00 uur mijn wekker. Vanuit mijn kuil in bed rol ik naar de douche, van de douche naar de keuken, van de keuken weer terug in bed met ontbijt en daarvandaan zo mijn stalen ros in. Dit stalen ros heeft mij overigens al drie keer in de steek gelaten. De startmotor (bestaat dit?) was kapoet, maar daar kwamen ze pas na de derde keer achter. Startmotor is inmiddels vervangen en mijn auto ronkt weer als een tierelier. Mijn radio daarentegen niet meer, dus ik moet mijzelf vanaf nu vermaken met liedjes zingen. Onder het rijden naar mijn stage en tussen de liedjes door bedenk ik mijzelf iedere ochtend: 'en we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet' Eerlijk gezegd zou ik zo fulltime bij de Foster Brothers kunnen en willen werken. Mijn werk voelt namelijk niet echt aan als werk, maar meer als een passie. En dat is nu net wat iedereen zoekt of waarvan iedereen droomt in zijn/haar leven, van je passie je werk maken. Het helpt dat ik bij de Foster Brothers omringt ben met mensen die hier hetzelfde over denken en die gedachte ook echt waargemaakt hebben. Damon & Craig bedenken, filmen, produceren en monteren de prachtigste films over Afrika. Roger, hoofdpersoon in de nieuwste film, heeft na jaren in het bedrijfsleven te hebben gezeten letterlijk een stap in het diepe gemaakt en is nu professioneel onderwater fotograaf. Zijn werk bestaat uit duiken met walvissen, haaien, dolfijnen en zelfs krokodillen. Het zijn allemaal mensen die volop van het leven genieten en de regie over hun leven in eigen handen nemen. En ik kan je vertellen: dat werkt allemaal zeer inspirerend. Maar tussen het filosoferen over het leven en de inspirerende gesprekken door ben ik, echt waar, ook hard aan het werk. Zo maak ik de productie budgetten voor aankomende films en houd ik de budgetten voor lopende films bij. Daarnaast ben ik nog steeds bezig met het monteren van een promo en ja af en toe moet er ook weer gedigitaliseerd worden (flashback naar mijn week in hel). Vorige week ben ik ook mee geweest op een draaidag. We moesten het oude bedrijfsleven van Roger, de hoofdpersoon uit de nieuwe film, op gaan nemen bij het bedrijf Old Mutual waar hij vroeger gewerkt heeft. Een stukje om te laten zien hoe zijn leven eruit zag voordat hij onderwater fotograaf werd. Roger is een zeer knappe 40 jarige dude die mij de benaming babe heeft gegeven en met een gezellig knauwaccent de hele dag door: hi babe, sure babe, you go first babe, bye babe, cheers babe..loopt te roepen. Ach ja wat kan ik zeggen, hij mag dan wel 40 zijn, maar stiekem vind ik het natuurlijk alleen maar leuk dat ik de hele dag door 'babe'genoemd word. Wie wil dat nou niet

Wink
. Een opnamedag bij Old Mutual dus: leerzaam en leuk aangezien Craig & Damon bij alles wat ze doen mij een uitleg geven. Dat is ook de reden dat ik zo ontzettend van deze stage geniet. In Nederland word je als stagiaire vaak weggestopt in een hoekje en staat na 5 maanden het stof meters hoog op je neus. Niemand kijkt naar je om, niemand legt je iets uit en niemand weet of je naam nu Annie of Piet is. Hier voelen mijn bazen Craig en Damon inmiddels meer aan als familie dan als werkgever en ik begin mij steeds meer een echte 'Foster' te voelen. Er wordt bovendien uitstekend voor mij gezorgd. Craig maakt tegenwoordig iedere middag een salade voor mij want hij kon defeinitely zien dat ik al 6 kilo ben aangekomen (fijn, bedankt!). Van Roger krijg ik wanneer hij langs komt een knuffel en serieus een aai over mijn bol. Damon is altijd in voor goede gesprekken over mijn toekomst. En Lauren (de vrouw van Damon) is zo ontzettend lief dat ik haar zo als tweede moeder aan zou nemen ( mam, jij blijft natuurlijk nummer 1
Wink
) Kortom: ik wil niet meer weg! Ik baal als een stekker dat ik niet mee kan met opnames in april/ mei van aankomende films en ik baal als een stekker dat ik deze heerlijke baan en geweldige mensen straks in januari moet verlaten. Heel stiekem zit ik er aan te denken om na mijn afstuderen of na mijn vervolgstudie voor een langere periode terug te keren naar Foster Brothers. Dit idee is natuurlijk nog erg vaag en misschien wel een soort van opwelling, maar toch: zeg nooit, nooit!

Zo, nu ik iedereen de stuipen op het lijf heb gejaagd door te zeggen dat ik misschien over een tijdje voor een langere periode terug wil naar ZA zal ik nu maar overgaan op een wat leuker onderdeel van mijn blog. Ontspan, vergeet wat ik hiervoor allemaal heb gezegd, want het is weer tijd voor het weekend verhaal. Een weekend vol muziek, hippies, tentjes en rare mensen. De afgelopen dagen vond het Rocking the Daisies Festival plaats in Darling. In Nederland ben ik nooit zo van de festivals, omdat dit meestal garant staat voor een hoop blubber en veel dronken boeren. Maar aangezien je alles in je leven een keer geprobeerd moet hebben (weer zo'n uitdrukking die ik eigenlijk nooit gebruik)....besloot ik met mijn huisgenoten mee te gaan om zaterdag en zondag te festivallen. Het terror busje werd weer volgestouwd en VROEM, PENG, KLENG BANG...daar gingen we met z'n alle op weg naar Darling. De eerste opmerking bij aankomst was: 'goh, ik wist niet dat het een verkleedfeestje was'. De tijdmachine was bij Rocking the Daisies blijven hangen in de hippie / rock zone en er liepen aardig wat opmerkelijke figuren rond. Jongens in zeer strakke gekleurde spijkerbroeken, meisjes met afgeschoren haren, vreemde hoedjes, gekleurde zonnebrillen, veel blote voeten, dreadlocks en zelfs een man in zilver latex pakje. Nadat we een beetje geacclimatiseerd waren hebben we onze tentjes voor de komende nacht opgezocht, hadden Rob & Frederik al snel een biertje in hun hand en zijn we het terrein gaan verkennen. We merkten al snel dat de sfeer echt ontzettend goed was. Terwijl diverse Zuid-Afrikaanse bands hun ding deden op het podium had ik constant zo'n:' yeah peace men', gevoel. Heerlijk! 's Avonds ging in combinatie met veel bier en ontzettend goede muziek het dak eraf. Om het festival gevoel helemaal compleet te maken heb ik die nacht niet in een tentje, maar samen met Esther in Frederik z'n busje geslapen...pfoe nou wat een wildebras ben ik toch. Dat doe ik gewoon even, in een busje slapen. Maar om toch nog een beetje dicht bij mijzelf te blijven had ik natuurlijk weer geen druppel alcohol op, maar was ik de volgende ochtend wel helemaal gesloopt door ietwat oncomfortabel slapen op een busbank. Jawel, ik ben en blijf een mietje. Gelukkig voelde de rest zich ook niet meer zo fit als een hoentje en zijn we na een paar uur weer terug naar huis gereden. Daar vielen we allemaal rond 20.00 uur als een blok in slaap. Vooral Frederik liet zich charmant met kleding en al aan als een baksteen voorover op bed ploffen. De volgende ochtend nog steeds in dezelfde pose. Ach ja, plezier eist soms zo z'n tol, maar ik had het voor geen GOUD © Rob willen missen!

Cheers!

Nanda

p.s foto's van het festival volgen later deze week

p.p.s de komende 2 weken even blogstilte vanaf mijn kant, aangezien papa en mama mij vanaf vrijdag gezelschap komen houden hier in Kaapstad!

Poepjes © Lisette

Dit poepjes verhaal is mede mogelijk gemaakt door mijn leuke huisgenootje Lisette. Dus lieve Lisette ik wil je bedanken voor je creatieve inbreng voor dit blog.

Lieve thuisblijvers jullie kunnen allemaal heel trots op mij zijn, want dit weekend heb ik in de Bush doorgebracht. Het kakkerlakken incident van vorige week heeft mij er niet van weerhouden om een weekendje met nog 38 andere studenten de wildernis van Zuid-Afrika in te trekken. Met drie volgeladen witte chico's zoefden we afgelopen zaterdag richting het West Coast National Park. Hier bevond zich ons Bushcamp dat bestond uit een paar tenten in een soort van 'middle of no where'. Via een ongeasfalteerde weg, die onze witte chico's omtoverde in vaal rood, kwamen we aan bij ons tentenkamp. Maar wij zouden Villa Kakelbont niet zijn als wij niet een wat beter plekje voor onszelf hadden gereserveerd. Terwijl de rest van de studenten lekker basic in een tent overnachtten, reden wij honderd meter verder naar onze 'luxe' cottage. Zodra we de auto' s uitstapten werden we aangevallen door tientallen rondvliegende stekende beesten en stonden we als een stel spastische debieltjes in het wilde weg te slaan. Leuk....bushcamp! Terwijl we voorzichtig onze kamers inspecteerden liep ik al zacht mopperend rond dat zo'n stom bushcamp niets voor mij was en dat al die rotbeestjes de pot op konden. Ik had mijn auto zo in z' n achteruit willen gooien om weer lekker terug naar huis te rijden naar mijn comfortabele vlooienkamertje. Maar ja, omdat ik bij thuiskomst liever niet door mijn goeie vriend Jens een klap voor mijn hoofd wil krijgen omdat ik zo'n mietje ben geweest, heb ik de stekende beestjes toch maar voor lief genomen en braaf mijn spulletjes in de kamer geïnstalleerd. Lisette zag nog een worm en ontdekte daarna dat het geen goed plan is om deze dood te slaan, aangezien ze uit elkaar spatten en een onsmakelijk groen spoor achterlaten. Maaike ontdekte nog een spin die ergens bij de wc rondkroop. En Marsella ontdekte dat een witte broek stekende beestjes nog meer aantrekt. Na onszelf helemaal onder gesprayd te hebben met insectenwerend spul waren we klaar om de wildernis in te trekken. We kregen eerst van het kleinste en tengerste negertje dat ik ooit gezien heb een uitleg over de Bushman. De Bushman waren de eerste mensen op aarde en zijn de meest directe afstammelingen van de aap. Ze bewoonden stukken land in Zuid-Afrika, Botswana en Namibië voor duizenden jaren en leefden puur van de jacht. Helaas heeft de komst van de blanken (ja weer de blanken) en de moderne tijd de levensstijl van de Bushman geen goed gedaan. Voor lange tijd heeft er een grote genocide plaats gevonden waar duizenden Bushman slachtoffer van zijn geworden. Hoofden van de Bushman werden zelfs afgehakt en op een stokje in een museum geplaatst als bezienswaardigheid voor blanke bezoekers. Tegenwoordig zijn er nog maar enkele mensen over die van de Bushman afstammen en zijn er nog minder die de echte tradities nog naleven. Alles wat ik nu vertel is echter niet de kennis die ik van de gids op heb gedaan maar kennis die ik zelf al had opgedaan voordat ik naar Afrika kwam. De documentairemaatschappij waar ik voor werk is namelijk een van de weinige die nog nauw contact heeft met de traditionele Bushman in Afrika. Door middel van hun documentaires probeert Foster Brother om de tradities van de Bushman levend te houden. Ik had mijzelf dus al door een pil van een boek over de Bushman cultuur heen gewerkt om mij een beetje voor te bereiden. Het inieminie gidsje vertelde helaas zeer weinig en was slaapverwekkend. Na zijn verhaal stapten we met z' n allen in een soort vee truck om een stukje door de bush te gaan rijden. Maar dit is natuurlijk helemaal niet zo avontuurlijk, dus halverwege de rit werden we allemaal uitgeladen om ook nog een stukje op eigen voet te lopen. We maakten een stop bij een paar hoefafdrukken waarvan de enige echte de afdruk van Esther's AllStar zool was, die ze vrolijk door de hoefafdrukken heen plantte...oeps! Maar geen probleem, de hoefafdrukken waren zo weer met een stempeltje gezet...lekker echt. Tijdens de looptocht had iedereen meer aandacht voor de bijtende mieren die tussen iedereen z' n tenen door kropen, dan voor de gids die er lustig op los babbelde. De looptocht bracht ons uiteindelijk bij een berg waarvandaan we een ontzettend mooi uitzicht hadden over het National Park. Na een uurtje op de berg gezeten te hebben knorden onze magen harder dan dat Frederik z'n busje kan pruttelen, dus was het tijd om terug te keren naar het kamp. Hier worstelden we ons weer door alle insecten heen en zag ik met al mijn kampeerervaring alle geluiden uit de natuur serieus aan voor een autoalarm dat maar af bleef gaan. We hebben ons met een paar dikke truien rondom het kampvuur geïnstalleerd om de verdere avond niets meer te doen dan eten, drinken en een beetje slap kletsen. Rond middernacht had iedereen het wel gezien en begaven we ons allemaal richting ons 'Nestcafe'. Wij hebben ons met zeven man in een Chico gepropt, gewoon omdat het kan, en hobbelden vrolijk naar onze cottage toe waar ons een leuke verrassing te wachten stond. Ik opende de deur van mijn slaapkamer en zag een grote schaduw op de muur bewegen. Zo snel als het licht klapte ik de deur weer dicht omvervolgens jammerend aan de jongens te verklaren dat er echt iets heeeel groots in de slaapkamer zat. De jongens gingen op inspectie uit en het bleek dat niemand minder dan Batman de slaapkamer onveilig maakte. Zodra het woord vleermuis viel barstten alle meiden in hard gegil uit en vielen de jongens natuurlijk weer in een lachstuip. Na vijf minuten was de vleermuis volgens de jongens gevlogen en zat er niets anders op dan toch maar voorzichtig in bed te kruipen. Lisette heeft mij echter nog een kwartier lang ontzettend vermaakt door iedere keer panisch te roepen dat er poepjes op haar bed lagen. Een kwartier lang heeft ze haar bed poepjes vrij gemaakt, Rob gewaarschuwd voor poepjes, Frederik panisch op een paar poepjes op zijn bed gewezen om vervolgens weer met bange ogen in haar eigen poepjes bed te kruipen. Tussen de poepjes en met een vleermuis boven ons hoofd hebben we toch nog geprobeerd om een paar uur slaap te pakken. Midden in de nacht heb ik de lamp aan het plafond nog voor de vleermuis aangezien waarna ik hard riep: daar hangt ie! en snel m' n hoofd onder het dekbed verstopte. Marcella wist mij echter van mijn nachtmerrie af te helpen door nuchter te zeggen: uhm nee dat is de lamp. De volgende ochtend hebben we snel een ontbijtje naar binnen gewerkt, spullen gepakt en zijn we met gierende banden vertrokken. Dag poepjes, dag vleermuis, dag steekvliegen, dat mieren tot nooit meer ziens. Zoals mijn goeie vriend Duco zou zeggen: ik ben gewoon niet gebouwd voor de bush!

Gelukkig hebben we nog wel besloten om veilig opgesloten in onze auto het West Coast National Park wat verder te verkennen. Met gesloten raampjes (want het kakkerlak incident staat nog vers in mijn geheugen) hebben we toch nog aardig wat wild gespot. Struisvogels, schildpadden, een eland of kudu en zelfs een slang! Tevreden met al dit fotomateriaal zijn we aan het einde van de dag weer terug gereden naar onze Villa Kakelbont. Ik was zo blij als een puppy toen ik mijn spullen weer in mijn eigen vlooienkamertje kon zetten en op mijn bed zonder poepjes neer kon ploffen. Een ding weet ik in ieder geval zeker: ik zal nooit met een Bushman of Outback Jack trouwen! Doe mij maar een stadse vent met het vertrouwde stadse leven.

Cheers!

Nanda

p.s We hebben afgezien van mijn vlooien twee nieuwe huisdieren. Goudvisjes Al & Col (alcohol)waren een cadeautje voor Rob z' n verjaardag.

p.p.s Bij de foto's ook nog enkele van een zondagje naar het Whale Festival in Hermanus.

p.p.p.s Sorry dit keer geen foto's waar ik zelf ook op sta. We waren allemaal niet in zo' n poseer bui dit weekend.

Foto's!

Ik heb er als een driftig Koreaantje weer lustig op los geklikt de afgelopen week. Helaas hield mijn internet er mee op omdat ik geen tegoed meer had, dus ik heb er maar een paar op mijn weblog kunnen zetten. Ik ben vannochtend gelijk nieuw tegoed gaan halen en heb de rest er nu op gezet.

Enjoy!

Laughing

Onverwachts bezoek

Ik zou mijn blog kunnen beginnen met het verklappen van een hele grote verrassing die mij deze week te wachten stond, maar een beetje spanning opbouwen is natuurlijk veel leuker, dus laat ik jullie eerst lekker door mijn weekend avonturen heen ploeteren.

Mijn huisgenoten en ik hadden op zaterdag een dag naar Cape Point en Kaap de Goede Hoop ingepland. Wat een normaal misschien ietwat saai tripje had kunnen zijn, waarbij wij als erkende natuurliefhebbers van de rustieke omgeving zouden genieten, is uitgedraaid op een hilarisch avontuur. En dat alles is geheel te danken aan het verroeste busje van mijn huisgenoot Frederik. Dit busje, een versie uit het jaar waarin wijde broekspijpen met bloemetjes nog hip waren, verkeert zacht uitgedrukt in een aftakelende staat. Ten eerste is daar het probleem van de handrem. Op de Kaapse heuvels is een handrem geen overbodige luxe, maar aangezien de handrem er in het busje alleen nog voor de sier op zit ben je overgeleverd aan de reikwijdte van je voet. Met een grote schoenmaat kun je nog net de rem en het gas tegelijkertijd in drukken, met een kleine schoenmaat heb je gewoon pech en rol je net zo hard weer naar beneden. Bovendien is het aan te raden om altijd een baksteen mee te nemen, zo kun je voorkomen dat je busje na het parkeren op de berg niet weer onderaan de berg belandt.
Ten tweede is er het opstart probleem. Het busje is al een oudje en zoals alle oudjes moeten ze eerst een beetje op gang komen. Helaas kan het busje het niet meer opbrengen om zelf op gang te komen en heeft het wat hulp nodig. In wat voor vorm? Nou, duwen. Juist ja, gewoon met z'n alle achter het busje gaan staan, flink hard duwen, een stukje rennen en vrrrouuummmmm (of eerder KNAL, BENG, PENG, PRUTTEL, PRUTTEL)....daar gaat het busje! En daarna natuurlijk zorgen dat je op tijd het busje inspringt voordat het er vandoor tuft.
En ten derde is er het probleem dat hoe graag je het ook zou willen, je never nooit ongemerkt over straat rijdt. De knalpijp, het vele gepruttel, het aanduwen en de gezichten van zes blije Kaaskopjes laat zelfs de Zuid-Afrikaners verbaasd opkijken wanneer we langs rijden.

Onder al deze omstandigheden en onder al deze condities zijn wij met z'n alle in Frederik z'n stalen ros naar Kaap de Goede Hoop geprutteld. De eerste stop was Simons Town om een bezoek te brengen aan de pinguïns. Ik moet zeggen, ze vielen tegen. Luie beesten, die een beetje tussen de bosjes liggen te stinken. Op het ijs komen ze toch veel beter tot hun recht. Ik heb er ook geen een vrolijk rond zien waggelen (overigens daar wel een vrouw rond zien waggelen die serieus als een pinguïn liep, maar dat terzijde). Het wegkomen bij Simons Town kostte enige inspanning. Het busje had wat hulp nodig, maar het moest eerst in de goede richting gemanoeuvreerd worden, zodat we een lange 'aanduw-aanloop' hadden. Samen met twee lokale oude baasjes hebben we het busje aangeduwd en ja hoor: 'KNAL, BENG, PENG, PRUTTEL, PRUTTEL.....' daar ging het busje, op naar stop nummer twee! Onderweg naar stop nummer twee kregen we wat onverwachts bezoek in ons pruttelende voertuig (en nee dit is nog niet de verrassing waar ik in mijn titel op doel). Deze verrassing was namelijk wat minder prettig in zijn soort. Ik zat lekker onderuitgezakt te relaxen, zoals dat hoort in een hippie busje, en ineens werd ik opgeschrikt door iets dat keihard tegen mijn zonnebril aan knalde. Terwijl Maaike, Lisette en ik ons eens goed over onze onuitgenodigde gast heen bogen, pruttelde Rob & Frederik voorin nietsvermoedend verder. Maaike: 'Wat is het?' Lisette: 'Het is....het is....het is een KAKKERLAK!!' De drie meiden in koor: 'AAAAAHHHHH'. De mannen wisten niet wat hun overkwam toen er ineens drie hysterisch gillende meiden met hun benen in hun nek over elkaar heen probeerde te kruipen. Gelukkig was Frederik een en al rust en parkeerde in een slakkengangetje het busje aan de kant van de weg. Wij rolden zodra het busje stil stond zo snel mogelijk naar buiten toe om daarna toe te kijken hoe de jongens het volgens ons monsterlijk grootte beest met een paar flinke meppen te lijf gingen. Nadat we ervan verzekerd waren dat de kakkerlak (wat achteraf geen kakkerlak bleek te zijn, maar een tor) het loodje had gelegd konden we verder naar Cape Point. Eenmaal bij Cape Point aangekomen besloten we met z'n alle ons beste beentje voor te zetten en dit keer eens niet met een kabelbaantje omhoog te gaan. Een benauwd en vermoeiend half uurtje later stonden we dan uiteindelijk met z'n alle op het puntje van Zuid-Afrika. Onze beloning was een fantastisch uitzicht over de blauwe oceaan en het Good Hope Nature Reserve. Na de nodige ‘'ooohh's'' en 'aaaah's' zijn we weer naar beneden gelopen voor onze volgende stop: Kaap de Goede Hoop. Het busje weer een flinke duw gegeven en KNAL, BENG, PENG, PRUTTEL, PRUTTEL....daar gingen we weer, als echte avonturiers op weg naar onze nieuwe bestemming. Onderweg kregen we voor de tweede keer onverwachts bezoek van een oude vriend. Na een bekend in de oren klinkend: zzzZZZ draaiden Lisette, Maaike en ik vrezend voor het ergste onze hoofden richting achterbank. En ja hoor, daar was hij weer de kakkerlak die geen kakkerlak bleek te zijn had via de hemel zijn broertje naar ons toegestuurd om wraak te nemen. Wij herhaalden ons trucje van gillen en benen in de nek leggen, waarna Frederik verzuchtte: 'oh nee, gaan we weer' en zijn busje wederom naar de kant manoeuvreerde. Nadat wij snel het busje uitgepiept waren begaven de jongens zich al klauterend over de achterbank naar het grote monster toe. Na een paar flinke meppen was ook het broertje van de kakkerlak die geen kakkerlak bleek te zijn naar het hiernamaals gestuurd. Wij konden weer met een gerust hart instappen.
Bij Kaap de Goede Hoop hebben we wederom een berg beklommen, jaja het moet niet te gek worden met die sportiviteit. Ik val in herhaling, maar ook hier was het uitzicht weer adembenemend mooi. Na een leuke fotosessie zijn we met z'n alle weer veilig en wel teruggeprutteld naar huis. De avond en nacht hebben we doorgebracht in de club de Hemisphere waar we zoals gewoonlijk allemaal weer gezellig uit ons bolletje gingen.

En dan zijn jullie nu eindelijk aanbeland bij de grote verrassing der verrassingen.....

Op zondagmiddag werd ik plotseling uit bed gebeld door mama. Aangezien we hebben afgesproken dat ik alleen op mijn mobiel gebeld zal worden voor noodgevallen, schrok ik mij een hoedje en een Afrikaans petje. Gelukkig was het goed nieuws, want ik zou die dag van iemand bezoek krijgen in Kaapstad. En nee dit keer was het niet de vriend van de broer van de kakkerlak die geen kakkerlak bleek te zijn. Nee dit keer was het een bezoek van niemand minder dan papa!! Op het moment dat mama belde zat papa in het vliegtuig onderweg naar Kaapstad. De KLM was toevallig zo vriendelijk geweest om een vliegtuig stuk te laten gaan in Kaapstad en daarna mijn vader om 02.00 uur uit zijn bed te bellen om te vragen of hij een kijkje wilde nemen. Daar hoefde hij gelukkig geen twee keer over na te denken en binnen twee uur stond hij op Schiphol om het eerste en beste vliegtuig richting Zuid-Afrika te nemen. Ik kan je vertellen, wanneer je nog ligt bij te komen in je bed van een heftige avond stappen en je ineens te horen krijgt dat je vader in het vliegtuig onderweg naar je toe is schrik je je drie hoedjes en Afrikaanse petjes bij elkaar. Een leukere verrassing bestaat er niet. Helaas konden we elkaar op maandag nog niet zien, omdat we allebei aan het werk moesten. Maar op dinsdag en woensdag hebben we die schade dubbel en dwars ingehaald. Ik kreeg van mijn werk twee dagen vrij, dus op dinsdagochtend reed Taxi Chico Nanda voor bij het Westin Grand Hotel. Ontzettend raar om elkaar na twee maanden op zo'n onverwachtse manier weer te zien. Papa was natuurlijk een stukje ouder geworden en ik een stukje dikker, maar voor de rest was het weer helemaal als vanouds

Wink
. We hebben twee heerlijke dagen gehad en papa heeft alvast een voorproefje gekregen van de 14daagse vakantie die hem straks hier met mama te wachten staat. Mijn Villa Kakelbont alvast bewonderd, op bezoek geweest bij mijn stage, op Chapmans Peak gestaan, geluncht in Constantia, heerlijk gezwommen in het zwembad van het hotel, het luxe leven van Camps Bay ervaren en natuurlijk 's avonds lekker gegeten in Waterfront. Op woensdagavond moest papa helaas weer op het vliegtuig richting Nederland en mij achterlaten in Zuid-Afrika. Heel even had ik het gevoel: 'ik pak mijn boeltje en ga mee, ik wil naar huis'. Dat is die slechte invloed die ouders op hun kinderen hebben als ze je op komen zoeken
Wink
. Je denkt dan alleen nog maar: PAPAAAA, MAMAAAA! Maar na een dagje een beetje sippen ben ik er weer helemaal bovenop en geniet ik weer met volle teugen van het Zuid-Afrikaanse leventje. No worries, be happy!

Tot de volgende keer maar weer!

p.s en....de nieuwe laptop is gelijk met papa meegekomen, dus vanaf nu kan ik weer volop typen!

De ene zonder leuke titel

Na een week radiostilte ben ik weer helemaal terug. Jawel, lieve mensen ook hier in Kaapstad zit er wel eens een sleur weekje tussen. Maar ik zeg altijd maar, geen nieuws is goed nieuws (dat zeg ik eigenlijk nooit, dit is gewoon een slap excuus om het goed te maken).

Na mijn week in hel was ik nodig aan wat rust toe, helaas dachten de mensen om mij heen daar anders over. Op woensdagavond viel de huisbaas ons huis binnen met de mededeling dat we de volgende ochtend moesten verhuizen. Natuurlijk was ik op dat moment weer eens een keer uit eten en dus niet in de gelegenheid om mijn koffer te pakken. Ik heb 's nachts nog geprobeerd om mijn hele kastinhoud in mijn koffer te schuiven, maar na een cocktailtje en een paar trekjes van een waterpijp in de Cubana ging dat niet al te best meer.

De volgende dag ben ik in totale chaos (lees: alles maar achter in mijn auto gegooid) verhuisd naar mijn derde en hopelijk laatste onderkomen: Villa Kakelbont. Het is een oud Victoriaans huis met een balkon met veel tierelantijntjes, houten vloeren, hoge plafonds en een bescheiden zwembad in de voortuin. Wauw leuk; denken jullie nu allemaal. Ja NIET dus. Het huis heeft meer dan een jaar leeg gestaan en is op de Zuid-Afrikaanse manier schoon gemaakt. Dat wil zeggen een lappie eroverheen, stof in een hoekje vegen en geen Afrikaan die het ziet. Maar ik wel! De douche viel van ellende uit elkaar, je moest hupsen om nog een paar druppels te vangen, het huis is gehorig, er zaten vlooien in mijn kledingkast (en ja vervolgens dus ook in mijn kleding), we hebben geen stoelen, maar weer wel schimmel in de keuken, een zwembad vol blaadjes en ja zo kan ik nog wel even door gaan. Gelukkig heb ik super leuke en gezellige huisgenoten erbij gekregen, dus we hebben met z'n allen de schouders eronder gezet en proberen er het beste van te maken. Inmiddels gaat onze Villa Kakelbont er steeds beter uitzien. Keep up the good work, zou ik zeggen!

Op zondag heb ik mij eindelijk als een streng gelovige gedragen: ik had een rustdag. Ik heb mijzelf om 12 uur naar de Spa in het Radisson Hotel gesleept, om daar vervolgens helemaal niks, noppes, nada te doen. Na een dagje heerlijk badderen en luieren was mijn energiegehalte weer helemaal terug van weggeweest. Klaar voor een nieuwe week! Totdat ik afgelopen dinsdag naar Home Affairs moest om mijn visum te verlengen. Alle energie die ik in het weekend had opgedaan is er daar weer net zo hard uitgeslurpt. Ik zal jullie de details van de Afrikaanse bureaucratie en de problemen die ik heb gehad besparen. Met heel veel engelengeduld, een tandpasta glimlach op mijn gezicht geplakt en de totale chaos negerend is het mij uiteindelijk gelukt om een verlenging te bemachtigen. Het is dan wel niet het juiste visum wat ik nu heb gekregen, maar zolang er staat dat ik tot 17 januari in het land mag blijven vind ik het best. Paspoortje dicht, oogjes toe; zeggen we dan maar.

De rest van de week ben ik weer druk bezig geweest op mijn stage. Ik mag binnenkort een poging wagen om de promo voor de nieuwe film te maken. Heel erg spannend, want zo veel ervaring met monteren heb ik helemaal niet, maar het is absoluut een ontzettend leuke uitdaging, één om met beide handen aan te pakken. Wie weet zien jullie dus binnenkort een promo 'a la Nanda' in de bioscoop verschijnen ;-).

Op vrijdag had ik een dagje vrij gekregen en aangezien het super mooi weer was ben ik dan eindelijk de Tafelberg opgeweest. Ik weet het, ik schaam mij diep en ik hoor het jullie allemaal denken: 'Je zit hier al bijna twee maanden en je hebt het hoogtepunt van Kaapstad nog niet bezocht?' Nee, ik had belangrijkere dingen aan mijn hoofd! (dat is heel stoer als ik dat zeg, want dan klink ik niet meer als een toerist) Maar vrijdag was dus het moment daar en ben ik met het kabelbaantje de grote berg der bergen opgeweest. En nu hoor ik jullie weer denken: 'Wat met het kabelbaantje, mietje, waarom heb je hem niet beklommen?' Ja, dat beklimmen komt echt nog wel, heus, echt, ik beloof het. Een ander keertje. Maar of je de Tafelberg nu beklimt of als mietje omhoog zoeft, het feit blijft: het uitzicht is spectaculair! Op de top van de wereld, met de meest prachtige stad aan je voeten. Een moment om voor altijd in mijn gedachten op te slaan. Na de Tafelberg heb ik de rest van mijn vrije dag heerlijk op een terrasje aan het strand gezeten om wederom te genieten van het goede leven. 's Avonds hebben we ons met het hele huis in een minibusje gepropt om naar een feestje op het dak van het Grand Daddy Hotel te gaan. Minibusjes zijn hier eigenlijk de irritatie van menig beschaafde autorijder. Ze snijden af, ze remmen plotseling, ze rijden standaard te hard, ze toeteren voor iedere klapscheet en zitten altijd veel te vol. Leuk detail is ook nog dat alle minibusjes eens in de zoveel tijd staken en honderden bestuurders dan zwaaiend met bijlen en hamers uit het raam de straten van Kaapstad onveilig maken. Gezellig! Waarom zijn wij zo van lotje getikt om een minibusje te pakken? Nou het kost maar 50 eurocent, en ja, je bent en blijft student en ach, op zich als je af en toe je ogen dicht doet, valt het allemaal best mee. Wij hebben ons dus met zeven man in een al veel te vol busje gepropt. De bestuurder kon zijn geluk niet op en draaide van blijdschap zijn radio naar volume gehoorbeschadiging. Al stuiterend, reden wij ineengepropt tussen swingende negers, naar onze plek van bestemming. Serieus een pracht herinnering, ik heb mij een scheur in mijn broek gelachen.

Na een kort nachtje slapen, heb ik mijzelf op zaterdag met al mijn huisgenootjes in de auto gepropt om naar Stellenbosch te rijden. Hier hebben we een bezoek gebracht aan een Cheeta Breeding Centre, geluncht in een boomhut en door de straatjes van Stellenbosch geslenterd. Een heerlijk en gezellig dagje met z'n allen. 's Avonds hebben we het gezelligste café van Kaapstad onveilig gemaakt: The Dubliner. Een historische avond. De sfeer is zo anders dan in Nederland. De mensen maken ontzettend makkelijk contact, zijn open en je kunt er hilarisch mee en om lachen. Een top avond en een top café waar we zeker nog vaker te vinden zullen zijn!

Niks meer aan toe te voegen. Ik zeg Cheers mates, tot de volgende keer!

p.s Mijn laptop is definitief overleden, dus het posten van blogs is helaas wat lastiger geworden.

p.p.s De eerste foto's van de Township staan er op, meer volgt later!

Mijn eigen week in hel

Ken je het gevoel even helemaal van de wereld te zijn. Te moe om zelfs maar je eigen naam te herinneren. Deze week was mijn eigen week in hel. De broers lieten mij deze week een week alleen met de opdracht om al het materiaal van de aankomende film te digitaliseren. Een opdracht met behoorlijk wat verantwoordlijkheid aangezien de tapes met elke vezel in je lijf bewaakt moeten worden. Tape weg, betekent beelden weg, tape beschadigd, betekent beelden beschadigd. Wanneer dat gebeurt is de Tafelberg een uitstekende locatie om jezelf vanaf te storten. Niet verwonderlijk dus dat ik behoorlijk zenuwachtig was voor deze opdracht.

Ik werd de hele week gestationeerd bij het bedrijf E-tv, het soort RTL van Afrika. Hier ging ik samen met editor Laila aan de slag om alle 36 tapes van ieder 50 minuten te digitaliseren. Tijdens het digitaliseren moest ik een log bijhouden met tijdcodes en een beschrijving van wat ik zag. En omdat we nog niet genoeg te doen hadden moest iedere tape vervolgens nog eens opgedeeld worden in kleine stukjes, want monteren met een stuk van 50 minuten is niet te doen. Om het hele gebeuren nog wat spannender te maken zat er een deadline van vier dagen op.

Alles, maar dan ook alles wat mis kon gaan is mis gegaan. De duivel leek naast ons te zitten om ladingen 'bad luck' over ons heen te storten. Ik heb op het randje van de Tafelberg gebalanceerd, met een diep ravijn onder mij dat verleidelijk naar mij lonkte. Waarom ben ik niet gesprongen? Omdat ik godzijdank nog wel alle tapes in goede staat in mijn bezit heb en weer veilig naar het kantoor heb terug kunnen brengen.

Vier dagen lang heb ik van 7 uur ‘s ochtends tot 21.30 ‘s avonds non-stop in een klein hok gezeten om die verrekte tapes te digitaliseren. Computers vielen uit, bestanden sloegen niet goed op, mijn laptop overleed, drinken over toetsenborden heen, de machine om te digitaliseren die een dag terug moest naar het verhuurbedrijf voor een noodgeval. Op vrijdagavond was ik zo uitgeput van al het harde werken en alle problemen waar geen einde aan leek te komen, dat ik huilend tegen editor Laila snikte 'I am so sorry, but I can't anymore. I am so tired. I am so tired.' Ik heb mijn eigen grens dubbel en dwars overschreden. Na zo'n tien nervous breakdown's, twee huilbuien en honderd keren machteloos naar het hoofd grijpen was de klus dan zaterdagavond eindelijk geklaard. Ik ben nog nooit zo uitgeput geweest.

Zondag heb ik al het materiaal met uiterste zorg teruggebracht naar het kantoor in Houtbay. Alles achter slot en grendel, de drie alarmsystemen rondom het huis dubbel gecheckt en maar bidden dat er geen brand uitbreekt waardoor al het werk alsnog vernietigd wordt. Het had me niet verbaasd als het daadwerkelijk was gebeurd.

Om alle stress en vermoeidheid van mijn schouders te laten vallen ben ik met mijn auto Chapmans Peak opgereden. Daar heb ik een uur lang in de zon op een steen voor mij uit zitten staren, genietend van het adembenemende uitzicht op Houtbay en de oceaan. En toen realiseerde ik mij weer dat ik niet in een hokje van zes vierkante meter woon, maar in Zuid-Afrika. Zuid-Afrika met zijn spectaculaire landschappen. Het land waar de mensen niet leven om te werken, maar werken om te leven. Waar de mensen in het weekend massaal de natuur intrekken om te hiken, wielrennen, hardlopen of surfen. Waar families hun klapstoeltjes langs de kant van de kustweg zetten om te braaien en te genieten van de zonsondergang. Ondanks dat deze week rechtstreeks uit de hel leek te komen, zit ik nog steeds aan de goede kant van de wereldbol. De kant waar na regen inderdaad de zon weer gaat schijnen.

Liefs,

Nanda

p.s Lieve Simonetta, heel erg bedankt voor de extra fotoruimte! Ik ben al druk bezig om mij als een echte Koreaan op te stellen en er lustig op los te klikken. Helaas vertoont mijn laptop na het water incident nog wat mankementen, waardoor ik mijn foto's nog niet online kan zetten. Ik hoop zo snel mogelijk een oplossing te vinden!!

De twee uitersten van Afrika

Fysiek en emotioneel uitgeput, dat is hoe ik mij nu voel. In een weekend de twee uitersten van Afrika meemaken, dat doet iets met je, het zet je aan het denken.

Zaterdagochtend was ik al vroeg uit bed om een ochtendwandeling op de boulevard te maken. Ik tufte met mijn Chico een paar straten naar beneden toe om vervolgens met de benen wagen de rest van de tocht voort te zetten. Met de zon op mijn gezicht en een flesje water in de hand ben ik op mijn gemakje de boulevard tot aan Waterfront afgelopen. Onderweg heb ik nog een stop op een stukje strand gemaakt om schelpjes te zoeken voor mama haar verzameling. Dat klinkt heel simpel, maar geloof mij: hier zitten zeer strenge eisen aan vast. De schelpen moeten uniek, heel, mooi en schoon zijn. Tussen het stinkende, rottende zeewier heb ik mijn best gedaan om een mooie buit binnen te halen. Volgens mij heb ik mijn werk zeer goed gedaan, dus mam je kunt weer wat aan je collectie toevoegen. Na mijn speurtocht ben ik weer aan de terugwandeling begonnen, of zeg maar gerust de 'terugschuifeling', om de schelpjes heel te houden. Terwijl ik er voor mijn gevoel al een halve dag op had zitten, waren de andere dames rond 12 uur ook eindelijk paraat om aan onze dagactiviteit te beginnen. De dagactiviteit van vandaag: wijn proeven! Kun je daar een hele dag mee vullen dan? Ja geloof mij, dat kan zeer zekers. Met z'n vieren zijn we naar Groot-Constancia vertrokken, ofwel de wijnlanden. Zodra je het bord Constancia passeert kom je in een totaal andere wereld terecht. De grote landhuizen schieten als paddestoelen uit de grond, het groen verandert in nog een tintje groener en al het geluid verstomt, zelfs de waakhonden blaffen hier niet. Rust en luxe is alles wat overblijft: mmm heerlijk! Bij de wijnboerderij aangekomen mochten we vijf wijnen uitkiezen om te proberen. We hebben ons aan een tafeltje geïnstalleerd, een kaasplankje erbij besteld en laat die wijn maar komen. We hebben ons braaf aan alle formele wijnproef regeltjes gehouden. Als echte kenners hebben we de kleur, geur en smaak met elkaar besproken en na glas nummer vijf walste ik iets te hard met mijn wijn, kieperde mijn stoel iets te ver naar achteren en hebben we vooral iets te hard zitten lachen met elkaar. Oh moet je de wijn terugspugen in het emmertje dan? Zoals jullie begrijpen; dat vonden wij nogal zonde. Na het wijnproeven was het tijd om de rest van de omgeving een beetje te verkennen. Te voet, onder luid gezang van de Olifanten Mars uit Jungle boek '1,2,3,4, want een olifant loopt door...' en 'Ik heb een potje met vet....' zijn we de heuvels op gemarcheerd. Na al dat harde werken hebben we heerlijk geluncht op de mooiste plek in Constancia. Achterover gezakt in onze stoelen met de zon op ons gezicht, dit keer braaf een ice tea in de hand en een portie zelfgemaakt appelgebak voor ons neus als dessert, hebben we wel honderd keer tegen elkaar verzucht dat dit toch echt het goede leven is. Moe en voldaan keerde we hierna weer naar huis om even bij te komen. Maar niet voor lang, want 's avonds stond er een BBQ in Blouberg op ons te wachten. Wederom met een hoop gezellige mensen en lekker eten. De avond werd afgesloten in de Cubaña, een lounge/restaurant/club waar voornamelijk de wat rijkere, gekleurde bevolking van Kaapstad komt. We hebben het echter niet laat gemaakt, want zondag stond er voor Louise en mij een heftige dag gepland.

Heb ik zaterdag zo genoten van het goede leven in Afrika, zondag heb ik een heel andere kant van Afrika gezien, de kant die de meeste mensen hier ook wel het echte Afrika noemen. Louise en ik werden zondag meegenomen door Heleen, een spontane Nederlandse meid die sinds 1,5 jaar in HoutBay werkt. Heleen brengt eens in de zoveel tijd een bezoekje aan een township langs de N1. Hier heeft zij een familie (moeder + drie zoontjes de 3 jarige Glory, 5 jarige Bob en 9 jarige ....) die zij steunt door middel van het geven van kleding en door middel van de kinderen mee te nemen op uitstapjes. Voordat ik naar Afrika kwam had ik al voor mijzelf besloten dat ik absoluut ook dit deel van Afrika wilde zien. Je loopt met oogkleppen op als je besluit alleen te genieten van de rijkdom die het land te bieden heeft. Het enige puntje van kritiek was dat ik niet met een toeristische township tour mee wilde. Het idee om daar met een grote bus aan te komen, om er vervolgens met je camera lustig op los te flitsen en daarna weer vrolijk zwaaiend weg te rijden, staat mij totaal niet aan. Heleen bood dus een veel echtere en meer bescheidenere optie aan om mij toch een kijkje aan de schaduwkant van Afrika te geven. Bovendien is het township waar Heleen komt niet bekend onder de toeristen, of beter gezegd: het is een township waar nog nooit een blank persoon ook maar een teen in heeft gezet. Het ene moment reden we op de snelweg en het andere moment reden we op een stoffige zandweg, de bekende wereld ver achter ons latend. De golfplaten huisjes strekten zich voor ons uit en al hobbelend in de auto kreeg ik een erg vreemd gevoel over mij heen. Het voelde als een compleet andere wereld binnen rijden, een wereld waar wij eigenlijk niet hoorden te zijn. Eenmaal aangekomen bij het complex waar 'de familie' van Heleen woont, werden we al snel omringd door kinderen. Mama kwam direct haar huisje uitgelopen om ons door middel van een dikke knuffel welkom te heten. Het doel van die middag was voornamelijk gewoon lekker met de kindjes spelen en geloof mij, dat kost geen enkele moeite. Binnen 10 seconden hebben vijf handjes al jouw hand vastgepakt om je mee te slepen naar de speelplaats. Binnen 20 seconden waren Louise en ik onze zonnebrillen kwijt en liepen de 5 jarige Bob en 9 jarige (naam vergeten) er als echte rocksterren mee rond te paraderen. En binnen 30 seconden werden we meegetrokken door de kindjes voor een rondleiding in hun woonomgeving. Bob heeft mij het huisje laten zien waar hij met zijn moeder en twee broertjes woont. Het huisje is een hok van zes vierkante meter en het eerste wat mij opviel toen ik binnenstapte was de verschrikkelijke stank van zweet, voedsel, verrotting en weet ik veel wat nog meer. Het is een geur die ik nooit zal vergeten en waarvan de tranen in mijn ogen sprongen. In het hok lagen twee matrassen die onder de vlekken zaten en her en der lag rotzooi en kleding verspreid. Het is onmogelijk voor te stellen dat een volwassen vrouw daar met haar drie kleine kinderen in verblijft. Dat kun je geen leven meer noemen, dat is een hel. Bob banjerde echter vrolijk rond en liet mij zijn grote trots zien: een fotoboekje dat Heleen voor de kinderen heeft gemaakt met allemaal foto's van hen en hun moeder. Na nog wat gespeeld te hebben zijn we met de drie jongens door het township gaan lopen, op zoek naar een winkeltje om wat knikkers te kopen. Als drie blanken meiden met drie kleine kinderen aan de hand hebben wij voor heel wat verbaasde blikken gezorgd tijdens onze tocht. En toch heb ik mij niet echt onveilig of bang gevoeld. De sfeer in een township is heel bijzonder, iedereen leeft op straat en je buren en overburen zijn niet zoals in Nederland mensen die je sporadisch ziet. Je buren zijn hier als je familie. Terwijl wij daar liepen werd er een radio aangezet en schalde de muziek over straat. Vrouwen voor ons begonnen spontaan al lopend te dansen en ook onze jongens begonnen aan onze hand enkele moves te showen. Na deze tocht hebben we nog een uur met de kinderen gespeeld en om 17.00 uur waren Louise en ik helemaal uitgeput van alle indrukken en het gespeel. Maar de dag was nog niet voorbij, want we gingen 's avonds samen met de familie naar een kerkdienst. Je zou verwachten dat een bezoek aan een township heftig is, maar dan ben je hier nog niet naar een kerk geweest, dat is pas heftig! Ik had mij met de kleine Bob op schoot op een stoeltje genesteld, in afwachting van wat zou gaan komen. De dienst begon met geweldige muziek, een echt gospel koor en zelfs een dansgroep. Iedereen stond te dansen, te klappen en het woord 'halleluja' vloog je aan alle kanten om de oren. Dat moment straalde zoveel liefde, warmte en verbondenheid uit dat mijn blijheids meter zo snel als het licht omhoog knalde. Na dit spectaculaire begin van de dienst kwam de priester op en begon aan zijn preek. Het preken hier gebeurt echter heel intensief en toen gebeurde het raarste wat ik ooit heb gezien. Overal om mij heen begonnen mensen heftig te snikken, het snikken ging over in jammeren en het jammeren ging over in oorverdovend krijsen. Mensen vielen van hun stoelen af, stortten zich op de grond en bleven daar trillend en schokkend liggen. Ook de moeder van de drie jongens begon ineens hartverscheurend te huilen en viel op de grond aan onze voeten. Met haar gejammer leek het net alsof ze al haar leed van zich af probeerde te schreeuwen. Het was ontzettend schokkend om te zien. De kleine Bob was inmiddels al op mijn schoot in slaap gevallen en ik heb hem stevig in mijn armen gehouden en zijn oortjes bedekt, aangezien ik bang was dat hij wakker zou worden en zijn moeder zo aan zou treffen. Na 15 minuten was iedereen weer een beetje gekalmeerd en ging de dienst over in een wederom verbijsterend schouwspel: The Healing. Mensen moesten naar voren komen om de helende vingers van de priester te voelen. Ook dit ging weer gepaard met veel gehuil, geval en geschreeuw. Na drie uur zat de dienst erop en waren Louise en ik zowel fysiek als emotioneel helemaal uitgeput. De ervaring van een township, het met eigen ogen zien onder wat voor omstandigheden de mensen moeten leven, de heftige kerkdienst: het had mij helemaal leeggezogen. Ik snap heel goed dat de moeder zich zo liet gaan in de kerk. Ze heeft thuis geen mogelijkheid om al haar pijn, leed en verdriet eruit te gooien want ze heeft drie kleine kinderen waar ze voor moet zorgen. Drie kleine prachtige jongetjes die in onmenselijke omstandigheden moeten opgroeien. Voor haar is God haar laatste strohalm om aan vast te grijpen, haar laatste sprankje hoop. Ik vond het moedig dat ze nog met zoveel overtuiging 'Thank you Jezus' kon roepen, want bedankt voor wat? Voor het krot waar ze haar drie kinderen in moet grootbrengen? Voor de viezigheid en vuiligheid om haar heen? Voor de financiële problemen? Voor de honger en de kou? Ik vond het vreselijk om de familie na de kerkdienst weer af te moeten zetten bij wat voor hen thuis is, maar gelukkig weet ik dat deze drie jongens een klein engeltje bij zich hebben in de vorm van Heleen. Zij biedt hen nog iets om naar uit te kijken en kan moeder heel eventjes haar zorgen doen vergeten. Ik kon het hele gebeuren daarentegen maar moeilijk uit mijn hoofd zetten. Toen ik thuis kwam had ik totaal geen behoefte om te praten over wat ik had meegemaakt die dag, het enige wat ik wilde was een warme douche om al het vuil van mij af te spoelen en mijn bed. Ik hoop dat ik in de komende maanden dat ik hier zit nog de mogelijkheid heb om nog een keer terug te keren naar kleine Bob met zijn familie. Ondanks de grote impact dat dit alles op mij heeft gemaakt, heb ik ook heel goed gezien dat een paar armen om hen heen en veel leuke spelletjes spelen precies is wat die kinderen nodig hebben. Hopelijk kan ik nog een middagje met ze doorbrengen.

Nu genoeg over mijn heftige weekendje. Over kindertjes gesproken, ik wil mijn ontzettend lieve 'oppas-familie' heel heel heel erg bedanken voor de extra fotoruimte! Ik wist niet wat ik zag, want ontzettend leuk en lief! Het verzoek van de kinderen om wat wilde beesten te fotograferen heb ik helaas nog steeds niet waar kunnen maken. Het enige 'wild' dat ik tot nu toe ben tegengekomen was een parelhoen kip die voor mijn auto langs waggelde. Ik heb nog getwijfeld...zal ik mijn camera erbij pakken, misschien dat ik hem met Photoshop in een aap kan veranderen. Maar voordat ik tot actie over kon gaan, was de kip op zijn manier al gevlogen.

Dan heb ik ook nog ander nieuws: ik ga weer verhuizen! En dit keer niet omdat ik niet tevreden ben over het huis, maar omdat Cheryl (de huisbaas) een ander huis heeft gekocht en dit huis op wil geven. Het nieuwe huis waar we naartoe gaan schijnt veel groter, mooier, schoner en luxer te zijn. Met, het aller belangrijkste, meer badkamers. Al het warme water werkt hier namelijk via een boiler en dat is met maar een badkamer erg snel op. We gaan volgende week al langzaam alle spullen verplaatsen. Het is nog steeds in dezelfde wijk, dus veel zal er niet veranderen.

Goed, ik vind dat ik mijn boekwerk zo wel weer aardig bijgewerkt heb dus ik ga er een einde aan breien. Zoals de priester zou zeggen: 'Good day and God bless you all!'

Liefs, moi!

p.s foto's volgen later, die ik moet ik nog van Heleen krijgen.

Ruitje tik

Voordat ik naar Kaapstad vertrok heb ik heel wat voorhoofden doen fronzen, verschrikte keelklanken doen ontstaan en wijze uitspraken over mij heen gekregen. Een opvallend vaak terugkerend woord in deze gesprekken was 'criminaliteit'. Het beeld dat de buitenwereld van Afrika heeft, is dat bendes hier de dienst uit maken en als stoere Pistolen Paulie's op elke hoek van de straat naar onschuldige toeristen loeren. Nu heb ik inderdaad af en toe het gevoel dat er naar mij geloerd wordt, maar ik houd mij graag vast aan de gedachte dat dit meer vanwege mijn verpletterende schoonheid is dan vanwege criminele doeleinden. Bovendien wil ik graag schoon schip maken met alle vooroordelen die de mensen over Afrika hebben. Helaas is er deze week letterlijk een scheur in die missie ontstaan. Zet je schrap......mijn prachtige witte Chico is opengebroken. Nee echt? Ja echt!

Woensdagochtend ging ik goed gehumeurd mijn nieuwe huis uit en stapte in de auto. Ik wierp een blik opzij en dacht: mmm ik heb het raam toch niet open laten staan vannacht? Vervolgens keek ik over mijn schouder en zag tussen honderden glasstukjes iets dat weg had van mijn achterbank. Mijn ene zijruit was kapotgeslagen en mijn andere zijruit was helemaal naar beneden gedraaid. Gelukkig knoop ik alle wijze raad die mij gegeven wordt goed in mijn oren; ik laat dus nooit wat in mijn auto liggen. Het motief van de personen die ruitje tik met mijn Chico hebben gespeeld is onbekend, er is niets gestolen en de Chico stond nog gewoon voor het huis. Ik ben gelijk naar boven gerend om Patricia, de huishoudster, te halen. Samen met haar heb ik mijn ruit met behulp van wat vuilniszakken en tape dichtgeplakt. Vervolgens stond mij de missie dat heet 'aangifte' doen te wachten. Ik heb eerst een half uur door Kaapstad getoured met mijn met vuilniszakken beplakte raampje om het politiebureau van de wijk Sea Point te vinden. Ik zweer op het graf van mijn hamster Snuffie dat ik iedere keer braaf de bordjes politie volgde, maar aangezien de bewegwijzering hier op zijn Afrikaans geregeld is, bracht dat mij niet erg ver. Ik had ook nog het geluk dat het die dag flink stormde en regende. Toen ik mijn autodeur opende om aan een voorbijganger te vragen of het politiebureau Sea Point überhaupt wel bestond, waaide mijn autodeur bijna uit z'n voegen. Zonder autodeur en zonder zijraam rondrijden was niet best geweest, maar geloof mij het is nog steeds legaal want hey: This Is Africa. Ik heb mij uiteindelijk uit de auto gewaagd om aan twee toevallig passerende agenten de weg te vragen en ik kreeg serieus de neiging om mij aan een lantaarnpaal vast te klampen, de storm was enorm! Gelukkig wisten Agent Snor en Agent Goudtand wel waar hun eigen politiebureau was en waaide ik er vervolgens met gemak in de eerste versnelling naartoe. Bij het politiebureau kreeg ik weer een man tegenover mij die heel wat bling in zijn mond had zitten. Hij ging er ook een beetje moeilijk door praten, wat het gesprek niet echt gemakkelijk maakte. Vervolgens moest ik mijn verhaal vertellen en moest hij wat formulieren invullen; wat ik uiteindelijk voor het grootste gedeelte zelf maar gedaan heb, want Agent Bling snapte er vrij weinig van. Op mijn vraag of hij de schade van de auto niet even moest bekijken haalde hij onverschillig zijn schouders op. Ik heb hem uiteindelijk toch kunnen overtuigen om even mee naar buiten te lopen om mijn toegetakelde voertuig aan een inspectie te onderwerpen. Nog meer formuliertjes, een handtekening hier, een handtekening daar en na krap 20 minuten stond ik weer op de stoep met een bonnetje voor de verzekering. Vervolgens ben ik naar HoutBay gewaaid om verder te gaan met mijn stagedag. Mijn ruit is inmiddels weer gemaakt. De volgende dag is het verhuurbedrijf langs gekomen en is er een gloednieuw exemplaar ingezet. Alles is weer koek en ei en ik ben weer een ervaring rijker, hoewel ik deze liever over had geslagen. Mijn missie om te bewijzen dat Kaapstad niet crimineel is heeft een scheurtje opgelopen, maar als dit alles is wat mij aan criminaliteit overkomt ben ik ontzettend dankbaar.

Dan nu over tot de rest van de week. Ik zit inmiddels een week in mijn nieuwe huis en het bevalt uitstekend! Dit voelt veel meer als een thuis aan dan mijn vorige kamer. Dat komt waarschijnlijk mede doordat de huishoudster Patricia ook in dit huis woont en er dus altijd iemand is die mij na een dag hard werken verwelkomt met: 'Hello darling, how was your day.' Ik heb constant een soort 'big mama' om mij heen die een beetje voor mij zorgt en dat is toch wel erg fijn. Maar jullie thuisblijvers kunnen trots op mij zijn, want ik heb mijn eerste eigen maaltijd sinds mijn aankomst gekookt, mijn eerste eigen was gedaan en mijn eerste eigen afwas gedaan. Ik maak dus geen gebruik van Patricia haar diensten, behalve dan dat ze mijn bed standaard iedere ochtend opmaakt en mijn kamer schoonmaakt, want blijkbaar vind Patricia dat ik dat zelf niet zo goed kan.

Vrijdagavond stond het weekend weer voor de deur. In de korte periode die ik hier nu zit is het traditie geworden om op vrijdag uit eten te gaan in Waterfront en daarna een filmpje te pakken in de bioscoop. Naar de bioscoop gaan is hier een heel andere ervaring dan in Nederland. Iedereen lacht, joelt en schreeuwt door de zaal heen. Romantische momenten worden onder luid ge-'OEEHH' aangemoedigd en bij een comedy hoor je de meest geweldige lach salvo's voorbij komen. Ook deze vrijdagavond was weer zeer geslaagd.

Zaterdag waren Joyce, Charlotte, Louise en ik al vroeg uit de veren om de boot naar Seal Island te pakken. Dit tochtje van 40 minuten brengt je naar een groot plateau van rotsen in zee waar, zoals de naam al doet vermoeden, zich honderden zeeleeuwen bevinden. Een ontzettend bijzonder aanzicht! Dit tochtje naar Seal Island werd echter nog bijzonderder gemaakt door een horde Koreaanse toeristen die zich aan boord bevonden. Uiteraard duurde het niet lang voordat Koreaan nummer 1 zich bij ons Westerse meiden meldde om een gesprek aan te knopen. Vervolgens werd er een drinkpakje en een klein zilveren dopje uit een tasje getrokken en kwam de vraag: 'You want to taste a little bit, it's very good and very pure'. Nu weet ik toevallig dat het in de Aziatische cultuur als een belediging wordt gezien als je zo'n genereus gebaar afslaat. Dus vooruit, ja hoor Nanda proeft wel even van die wat ik dacht pure groene thee uit een pakje. Mijn dopje werd enthousiast volgeschonken, ik nam een flinke teug...en daar proefde ik toch heel wat anders dan groene thee. Ik had zojuist een slok pure alcohol naar binnen gegooid om 10.00 's ochtends. Hierna werd er nog een pakje gedroogd zeewier voor mijn neus gehouden, die lekkernij heb ik toch maar vriendelijk afgewezen. Daarna kwam het beroemde ritueel: 'You want to take picture with me?' En was ik de hele boottocht de sjaak om met iedere Koreaan op de foto te gaan. De dames hebben zich 40 minuten lang in een scheur gelachen om mij met de Koreanen en ik was zeer blij toen ik de boot eindelijk kon verlaten. Na het Seal Island avontuur zijn we de rest van de dag bezig geweest met boodschappen doen voor de BBQ die de drie meiden bij hen thuis organiseerde. Een super leuke avond met veel gezellige mensen, lekker vlees, goede muziek en een zeer dronken huisbaas die de hele avond op en neer humpte naast het zwembad. De nacht werd afgesloten in de club Hemsphere dat zich op de 31ste verdieping van een kantoorgebouw bevindt. Geweldig om daar helemaal bovenin met de voetjes van vloer te gaan, terwijl je uitzicht hebt op de duizenden fonkelende lichtjes van Kaapstad.

Vandaag moest iedereen nog een beetje bijkomen van het gefeest en hoe kun je dat het beste doen? Men schuift eerst een stoel vanuit je slaapkamer op het terras om lekker in de zon te genieten van een ontbijtje en vervolgens begeeft u zich naar Camps Bay om daar onder de palmbomen je slaaptekort in te halen. Natuurlijk moet de dag nog even afgesloten worden met een lekker hapje eten bij een spectaculaire zonsondergang.

Op naar een nieuwe week! Op naar een nieuw verhaal!

Lieve groeten vanuit Afrika!